Waarom en wie
Het One Health Travel project is een samenwerking tussen het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU), het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) en het Erasmus Medisch Centrum. Hier werken topwetenschappers die gespecialiseerd zijn in infectieziekten. Zij willen te weten komen hoe we pandemieën en grootschalige uitbraken van de zogenaamde arbovirussen kunnen voorkomen. Daarvoor hebben zij inzicht nodig in het gedrag en de concentratie van muggen en teken en de ziekten die zij overdragen.
Waarom One Health Travel project
Tijgermug
Nederland is kwetsbaar voor uitbraken van virusziekten die door muggen worden overgedragen vanwege het door water gedomineerde landschap, de dichte mensen- en veestapel en de verwachte vestiging van nieuwe muggensoorten zoals de tijgermug.
De tijgermug gedijt het best in een warm klimaat, maar mede door klimaatverandering wordt de tijgermug steeds vaker buiten de tropen en zelfs in Nederland aangetroffen. Binnen Europa zijn er in de afgelopen jaren al verschillende uitbraken gemeld.
Met de aanwezigheid van tijgermuggen in Nederland kunnen arbovirus infecties zich hier in de toekomst gaan verspreiden. Zo ver is het nog niet, maar het is belangrijk dat we deze dreiging goed in kaart brengen en zo nodig maatregelen treffen.
Hollandse huismug
Niet alleen de tijgermug kan gevaarlijke ziektes overbrengen. Ook de ‘Hollandse’ huismug kan gevaarlijk zijn. Deze mug kan het West-Nijl en Usutu virus overbrengen. Deze virussen besmetten voornamelijk vogels, maar ook mensen kunnen deze ziekte oplopen.
Tekenbeten
Daarnaast zijn infecties die door teken worden overgedragen in opkomst in Europa. In Nederland kennen we vooral de ziekte van Lyme maar in delen van Scandinavie en Midden-Oost Europa komt ook tekenencephalitis voor, een ziekte die eveneens door een ‘arbovirus’ wordt veroorzaakt. Recent zijn ook in Nederland enkele teken aangetroffen die dit virus bij zich dragen.
Vaak milde klachten
Het is nog niet bekend hoe groot het risico is dat reizigers binnen Europa en Caribisch Nederland een arbovirus infectie oplopen, omdat de symptomen vaak mild zijn en lijken op griepachtige klachten. Vaak wordt er voor deze klachten geen bezoek aan de dokter gebracht of een bloedtest afgenomen voor een diagnose. De onopgemerkte infecties onder terugkerende reizigers kunnen (in de toekomst) een gevaar vormen voor de volksgezondheid.
Over One Health Pact
Het One Health PACT consortium is een onderzoekssamenwerking die experts uit verschillende disciplines in Nederland bij elkaar brengt. Het streven is systematisch inzicht te krijgen in door muggen overgedragen ziekten en hoe hun opkomst en overdracht wordt beïnvloed door grote milieu- en sociale veranderingen.
Het doel van One Health PACT is om uitgebreid te kijken naar alle aspecten van potentiële arbovirale introductie en verspreiding in Nederland. Om dit doel te bereiken zijn veel partners uit verschillende vakgebieden betrokken. Onder die partners zijn de universiteiten, waar onze promovendi en postdocs gevestigd zijn.
Daarnaast financierde de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO, link in Engels) dit project samen met meerdere cofinanciers die allemaal hun expertise op verschillende onderzoeksgebieden inbrengen. Ten slotte zijn er nationale en internationale samenwerkingspartners betrokken bij het project door data en kennis te delen met onze onderzoekers.
Wie leidt het onderzoek
Hoofdonderzoeker dr. Patricia Bruijning
Dr. Bruijning is een kinderarts en epidemioloog. Ze bestudeert veelvoorkomende (kinder)infecties, vaccinaties en opkomende infectieziekten, waaronder COVID-19. Haar onderzoek heeft een sterke focus op volksgezondheid en beleid.
Ze is hoofdonderzoeker van verschillende grootschalige vaccinonderzoeken, waaronder rotavirus, influenza, pneumokokken en COVID-19-vaccins, waarbij ze de effectiviteit, immunogeniciteit, timing en implementatie van vaccins geëvalueerd.
Haar wetenschappelijk werk is van essentieel belang geweest bij vaccinatie-adviezen van de Nederlandse Gezondheidsraad, waar ze meerdere malen als externe adviseur heeft gediend, en in vaccinbeleidsbeslissingen. Ook heeft ze bijgedragen aan tal van klinische vaccinatie richtlijnen.
Ze heeft een sterke interesse in het begrijpen van de dynamiek van (opkomende) infectieziekten. Hiertoe doet zij onderzoek naar verspreiding, o.a. binnen gezinnen en op scholen en naar de rol van specifieke groepen, zoals reizigers in de verspreiding van infecties.
Lees meer over dr. Bruijning op de website van UMC Utrecht.